Nieuwe redactieleden
De redactie van Vormen uit Vuur is sinds kort versterkt met drie nieuwe enthousiaste redactieleden: Esther van der Hoorn, Anne Houk de Jong en Bert-Jan Baas. Alle drie hebben zij een achtergrond en lange ervaring in de wereld van keramiek en glas. Samen met de huidige redactieleden zetten zij zich van nu af aan in om drie maal per jaar een nummer van Vormen uit Vuur met interessante artikelen over keramiek en glas te maken. Wij kijken ernaar uit om samen met onze nieuwe redactieleden aan de slag te gaan en zij stellen zich zelf even aan u voor:
‘Ik ben conservator toegepaste kunst bij Museum Prinsenhof Delft, waar ik onder andere verantwoordelijk ben voor de deelcollectie Delfts aardewerk. Ik verdiep me graag in onderwerpen binnen de historische keramiek, maar geniet er ook van om keramiek in de breedte te bestuderen. Dit zie ik terug in Vormen uit Vuur: het tijdschrift stelt lezers in staat zich te verdiepen en hun blik te verbreden. Ik lees het tijdschrift al jaren met veel plezier en vind het geweldig om vanuit de redactie een bijdrage te mogen leveren aan deze belangrijke en veelzijdige publicatie!’
Esther van der Hoorn
‘Al jaren lees ik met plezier Vormen uit Vuur, en verheug me altijd weer op het volgende nummer. Mooie, gevarieerde artikelen, waar je veel van opsteekt. En verzorgd in tekst en beeld. Daar hou ik van; èn van keramiek, èn van taal, èn van mensen. Daarom vind ik het heel leuk, en eervol, om in de redactie te zitten. Daar komt alles samen. Op naar het volgende nummer’.
Anne Houk de Jong
Ik ben chemicus en als glazuurspecialist werkzaam in de aardewerkindustrie. Ik verzamel en doe onderzoek naar keramiek en tegels uit de periode 1880-1960, met als focus glazuurkunst van de Goudse plateelindustrie en pottenbakkers als Chris Lanooy en Bert Nienhuis. Glazuurchemie en historische productieprocessen hebben mijn bijzondere interesse. In 2020 heb ik een artikel voor Vormen uit Vuur geschreven over het glazuur van Chris Lanooy. Met mijn specifieke kennis denk ik als redactielid een waardevolle aanvulling te zijn voor dit kunsthistorische vaktijdschrift.
Bert-Jan Baas