Verslag excursie Museum Gouda
Gouda 15 maart
Na afloop van de ALV op zaterdag 15 maart, waarbij we waren omgeven door een aantal grote schuttersstukken in één van de museumzalen in het mooie historische gebouw van Museum Gouda, zijn we rondgeleid door conservator Jorien Soepboer. Jorien Soepboer heeft de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar werken van vrouwelijke makers uit de eigen collectie van Museum Gouda. Het onderzoek heeft uiteindelijk geleid tot de tentoonstelling “Ongehoord – Verzamelde Vrouwen”, die de geschiedenis vertelt van vrouwelijke makers in Nederland aan de hand van objecten uit de collectie.

De tentoonstelling vertelt aan de hand van een selectie objecten de geschiedenis van vrouwelijke makers in Nederland. De namen van vrouwelijke makers uit de middeleeuwen en vroegmoderne tijd zijn lang niet altijd bewaard bij een werk. Dit onderzoek heeft hier voor een aantal stukken uit de collectie verandering in gebracht. Zo is de maker van een merklap, een oefenstof waarop meisjes als onderdeel van hun opvoeding het borduren en verfraaien van linnen oefenden, na een lange zoektocht kunnen worden achterhaald. Dankzij de stamboom van de schenker, het jaartal op de merklap en het bestuderen verschillende initialen, is nu bekend dat de Goudse Magdalena van Reedt deze merklap rond haar veertiende heeft gemaakt in 1776.
De geschiedenis leert dat periodes van relatieve vrijheid voor vrouwen worden afgewisseld met periodes waarin vrouwen meer in een klassieke rol worden geduwd. Tot in de 18e eeuw hadden vrouwen tot op zekere hoogte inspraak in de partnerkeuze, maar in de 19e eeuw werden vrouwen weer veel meer teruggedrongen het huis in. Eind 19e eeuw begint de eerste feministische golf en verandert de positie van de vrouw weer. Op o.a. litho’s van Jan Toorop zien we vrouwen afgebeeld die aan het werk zijn in de stearine kaarsenfabriek. Volgens de vrouwenbond was het gieten van kaarsen zelfs het zwaarste beroep dat door vrouwen kon worden uitgevoerd.
In deze tijd heeft Francien Sanderus een vrij vooraanstaande positie weten te bemachtigen in Plateelbakkerij Zuid-Holland, eerst als plaateelschilder en later als hoofd van de vrouwenafdeling. Zij blonk uit in het schilderen van vogels. Samen met haar collega Leen Hakker, die de bloemen en planten schilderde, decoreerde zij de vaasjes in art nouveau-stijl.

Een andere vrouwelijke ontwerper bij Plateelbakkerij Zuid-Holland was Eta Lempke. Zij ontwierp onder andere serviezen met eigentijdse spuitglazuren. Ook ontwierp zij veel plastieken van sportende vrouwen. Dit geeft heel duidelijk een tijdsbeeld: De vrouwen in de plastieken dragen moderne kleding en hebben korte kapsels. De moderne vrouw sport ook, waar dat eerder echt ongehoord was.
Waar de vrouwen voor de Tweede Wereldoorlog steeds vrijer werden, kwam er na de oorlog weer een tegenbeweging. Met de tweede feministische golf vanaf de jaren ‘60 veranderde dit weer. In 1976 werd Josine de Bruyn Kops de eerste vrouwelijke directeur van Museum Gouda. Zij kreeg de opdracht een hedendaagse collectie voor het museum op te zetten en heeft voornamelijk werk van vrouwelijke kunstenaars aangekocht, zowel hedendaags als kunst van wat langer geleden zoals bijvoorbeeld van Charlie Toorop. Ze stelde deze aanwinsten tentoon, eerst nog gemengd met werken van mannelijke kunstenaars, later alleen nog maar werken van vrouwen. Bij haar afscheid in 1986 kreeg zij meer dan 40 kunstwerken cadeau van kunstenaars waarvoor ze iets betekent heeft, wat onderstreept hoe uniek haar beleid was. Ze was een echte pionier.
De tentoonstelling eindigt met een werk van kunstenaar Elise ‘t Hart waar iedere bezoeker zelf aan bij kan dragen. Het betreft een klinkende installatie bestaande uit chimes (metalen klankstaafjes zoals in een gong) waarop de bezoeker zelf de naam kan schrijven van een vrouw die gehoord moet worden. Zo groeit het instrument gedurende het verloop van de tentoonstelling en ‘klinken’ de namen van de vrouwen die voor de bezoekers van belang zijn.
De rondleiding werd met interesse ontvangen door de aanwezige leden, ondanks – of misschien juist wel – doordat het thema dit keer veel breder was dan keramiek en glas.
We bedanken Jorien Soepboer en Museum Gouda voor de interessante rondleiding!
De tentoonstelling “Ongehoord – Verzamelde Vrouwen” is nog tot en met 22 februari 2026 te zien.
