Verslag symposium Het Historisch Gebruiksglas

Leiden 5 november 2022


Het Symposium 2022 van de stichting Het Historisch Gebruiksglas vond afgelopen november plaats in het Rijksmuseum van Oudheden. In voorgaande jaren was door de Pandemie het aantal plaatsen in de zaal beperkt. Ditmaal was de Leemanszaal volledig bezet met 70 glasliefhebbers. Daarnaast volgden ruim 20 mensen het symposium online. Bij het symposium kregen alle belangstellenden het Jaarboek 2021 uitgereikt of met de post bezorgd.

Na een verwelkoming door de voorzitter van de stichting leidde dagvoorzitter Nelleke Nicolai het programma in. Als eerste spreker nam Piet Kleij, gemeentelijk archeoloog bij Zaanstad, Oostzaan en Wormerland, ons mee naar de Wilhelminasluis in Zaandam. Deze sluis maakt deel uit van de dam, die eeuwen geleden in de Zaan is gelegd. In de loop der tijd werd op de dam gebouwd, onder meer een herberg om tijdens het schutten te verblijven. Het afval werd in het water gegooid. Een aantal keren is de sluis aangepast, maar nu werd hij ingrijpend vergroot en uitgebaggerd. Om de scheepvaart niet te hinderen werd dit met groot materieel uitgevoerd. Het was dus zeker geen ‘normale’ opgraving.  Piet liet zien hoe de enorme hoeveelheid bagger op industriële wijze in grote duwbakken werd gestort en later gezeefd werd op interessante voorwerpen. Zaandam was lang plattelandsgemeente, de meeste geborgen voorwerpen waren eenvoudig, hoewel ook Façonglas geborgen is. Veel fragmenten en scherven maar -tot mijn verbazing- ook gave flesjes. Het uitzoeken zal nog veel tijd vergen; suggesties van de aanwezigen zijn welkom.


Met Mieke Tolboom gingen we naar Noord-Limburg waar bij Ooijen-Wanssum een nieuwe waterberging voor de Maas aangelegd wordt. De zeer omvangrijke afgraving werd archeologisch begeleid.  Er werd onder meer een crematiegraf ontdekt dat op 1200-1000 BCE gedateerd is. In de urn zaten vier glazen kralen. Eén daarvan was een fragment waarvan met een elektronenmicroscoopde samenstelling van het glas onderzocht kon worden. Uit de specifieke verdeling van de samenstellende delen zou ook de herkomst van het glas nader bepaald kunnen worden. Daarmee krijgt men ook zicht op de handelsrelaties in die tijd in Europa. De chemische samenstelling van het fragment bleek overeenkomstig met glas dat in een werkplaats in het Noord-Italiaanse Frattina is gevonden. Of het ook daadwerkelijk daar vandaan komt kon Mieke nog niet zeggen. Onder meer omdat kralen uit hergebruikt glas kunnen zijn gemaakt van diverse gesmolten glazen voorwerpen.

Samen met conservator Annemarieke Willemsen maakte Mette Langbroek in het Rijksmuseum van Oudheden de tentoonstelling 5000 jaar Kralen’. Er worden honderden veelkleurige kralensnoeren en losse kralen getoond, die voor het grootste deel in Nederland zijn opgegraven en stammen uit de prehistorie tot de zeventiende eeuw. Mette gaf onder meer aan dat kralen een universele achtergrond hebben zowel qua vorm- vergelijkbare combinaties in de snoeren  als qua herkomst: uit alle streken van de wereld. Daarbij komt dat kralen ook een persoonlijke betekenis hebben voor de dragers, vrouwen en mannen. Na deze inleiding gingen we onder leiding van Mette naar de tentoonstelling in het museum. 


Na de lunch in het museumrestaurant besprak  Mienke Simon Thomas aan de hand van haar boek ‘Voortschrijdend inzicht. Een biografie van de collectie vormgeving’ (ISBN 9789069183220) de geschiedenis van de glascollectie van Museum Boijmans van Beuningen. Deze is pas in 1910 met de schenking van de collectie van Elie van Rijckevorsel begonnen. Daarvoor werd ‘kunstnijverheid’ minder interessant geacht. In de tweede helft van de 19e eeuw begon men glas vooral als onderdeel van de nationale geschiedenis te waarderen. Mienke schetste de groei van de glascollectie van het museum door diverse schenkingen, bijvoorbeeld J. P. van der Schilden en Anthony van Hoboken met 100 stukken, waaronder glazen van Sang. Ook na het bombardement van Rotterdam kwam er gevonden glas het museum binnen. Zij beschreef de invloed van directeuren als Schmidt Degener, geadviseerd door van Rijckevorsel en Hannema. Ook Harold Henkes werd genoemd als belangrijk adviseur, glaskenner en schrijver van ‘Glas zonder Glans’(ISBN 90-802-118-1-8). Daarna draaide de belangstelling van diverse curatoren -en dus het aankoopbeleid- naar ‘modern’ glas van bekende ontwerpers als Copier en Gidding en verminderde de aandacht voor vroeger eeuwen. Op de vraag in hoeverre zij dat een goede ontwikkeling vond, verwees Mienke naar haar boek.


Verzamelaars Henk Goldschmidt en Albert Six zijn een onderzoek begonnen naar het werk van glasgraveur Jacob Sang in Amsterdam en het door hem bewerkte glas. Henk presenteerde de gekozen onderzoeksopzet en wat er bekend is over de persoon van Sang en de authenticiteit van zijn signatuur. Voor hun onderzoek deed hij een oproep om ongesigneerde en gesigneerde glazen van Jacob Sang aan te melden voor een totaal overzicht.

Sinds 2016 wordt elke twee jaar het beste artikel over historisch gebruiksglas op voordracht van de jury door de stichting met de Professor Doctor Ina Isings Prijs gewaardeerd. Het juryrapport wordt in het volgende Jaarboek opgenomen. Hier wordt volstaan met een korte samenvatting. “Dit onderzoek stelt het algemeen geaccepteerde idee ter discussie dat glazen bekers werden gebruikt bij het Merovingische grafritueel en wordt de andere functie van lamp aangedragen. Dit wordt des te overtuigender gestaafd door deze ‘bekers’ met oude technieken opnieuw te laten blazen en daarna hun werking als lamp duidelijk te maken. De jury is van oordeel dat dit ingrijpende consequenties zal hebben voor de interpretatie van het Merovingische grafritueel”.  Voor de Professor Doctor Ina Isingsprijs voor 2022 nomineert de jury daarom graag het artikel van Anna Marieke van Winkelhoff: ’Licht in de donkere eeuwen: een andere kijk op de rol van glazen vaatwerk in het Merovingische grafritueel’. Vervolgens gaf Marieke een samenvatting van haar artikel waarbij zij enkele belangrijke onderdelen nader toelichtte. Het volledige artikel zal in het volgende Jaarboek integraal gepubliceerd worden. 


De dagvoorzitter bedankte de sprekers, de techniek en alle aanwezigen voor hun bijdrage aan het symposium. Zij gaf aan dat het volgend jaar op zaterdag 04 november 2023 in Leiden zal zijn en vroeg deze datum nu al in de agenda vast te zetten. Daarna sloot zij rond 16.00 uur het symposium af en nodigde iedereen uit voor de gebruikelijke borrel in het museumrestaurant. 

Onze stichting komt voort uit particulier initiatief. Wij ontvangen geen subsidie en zijn voor het werk afhankelijk van bijdragen van belangstellenden. Daarom stellen wij een bijdrage in onze kosten zeer op prijs. Vanaf € 50 per jaar wordt u donateur van de stichting. Wij hebben de ANBI-status verkregen waardoor u gebruik kan maken van een extra giftenaftrek bij uw belastingsopgave,www.belastingdienst.nl. Meer informatie over het werk van de stichting is te vinden op onze website www.hethistorischgebruiksglas.nl.