Symposium, een kort verslag


Vrijdag 24 november 2023 vierde de Nederlandse Vereniging van Vrienden van Ceramiek en Glas haar zeventigjarig bestaan met een dagvullend symposium bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) in Amersfoort. Voor een uitgebreide foto-impressie van het verloop van deze dag en voor de inhoud van de lezingen, klik op onderstaande button…

Het symposium begon om 10.15  met een duo-lezing van Laura Smeets en Denise Campbell, beiden conservatoren van Museum Princessehof in Leeuwarden. Hun verhaal met de titel ‘Porseleinkoort’, behandelde het oorsprongsverhaal van Europees porselein. Een voorproefje van de gelijknamige tentoonstelling die vanaf maart 2024 te zien is in Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden.


Hierna nam Hélène Besançon, Conservator van het Nationaal Glasmuseum Leerdam Hélène Besançon nam ons mee in het leven en werk van de kunsthistoricus Ferrand Whaley Hudig (1883 – 1937). In 2023 is het honderd jaar geleden dat Ferrand Hudig zijn proefschrift ‘Das Glas’ verdedigde. Het is het eerste overzicht van alle glasblazerijen in Nederland vanaf 1581 tot eind achttiende eeuw. Een eeuw later is het nog steeds de bron voor alle kennis over glasblazerijen in de Nederlanden van de zestiende tot en met de achttiende eeuw. In 1923 promoveerde Hudig op zijn onderzoek naar glas en glasblazerijen in de Noordelijke Nederlanden. Daarnaast was hij onderdirecteur van het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst, lector aan de Gemeente Universiteit in Amsterdam en buitengewoon hoogleraar kunstgeschiedenis en privaatdocent middeleeuwen en nieuwe tijd. Hij overleed in 1937 op 53 jarige leeftijd. Hudig richtte zich op de toegepaste kunst, zoals keramiek en glaswerk en alle boeken die hij schreef zijn nog steeds relevant.  


Anne Houk de Jong, kunsthistoricus. vertelde in haar lezing met de titel ‘Het onversierde’ wordt karakteristiek, over het veelzijdige oeuvre van keramist Bert Nienhuis (1873-1960) laat zien welke ontwikkeling hij doormaakte: van decoratie en ornament in het platte vlak naar driedimensionale uitwerkingen in materiaal, vorm en kleur, van fabrieksproductie naar autonome kunstobjecten, van seriewerk naar unica van eigen hand. Als autonoom kunstpottenbakker en keramist zoekt hij voortdurend naar evenwicht in vorm en kleur. Daarnaast is hij voor velen een leermeester. Nienhuis draagt zijn kennis en kunde over, waarbij hij artistiek inzicht van groot belang vindt en geeft daarmee een impuls aan de positie van keramiek in het kunstvakonderwijs in Nederland. Een bespiegeling ter gelegenheid van zijn 150ste geboortejaar.


Na de lunch was het de beurt aan Johan Kamermans, conservator van het Nederlands Tegelmuseum Otterlo. met zijn lezing ‘De tegelpers van Rozenburg’ In oktober 1890 maakte Herman van de Sande, toenmalig directeur van de Haagse Plateelbakkerij Rozenburg, in opdracht van zijn Raad van Commissarissen een studiereis naar Stoke-on-Trent. Hij moest eens met eigen ogen gaan bekijken hoe daar met industriële technieken tegels geperst werden, en welke machines en grondstoffen daarvoor nodig waren. Alle pogingen in de voorgaande jaren om op industriële schaal moderne tegels te produceren waren vastgelopen. Zijn reisverslag en de correspondentie met Engelse leveranciers geven een beeld van de moeizame introductie van nieuwe technologieën.


Jaap Jongstra is een in keramiek gespecialiseerde kunsthistoricus, xpert zeventiende- en achttiende-eeuws Delfts blauw en redacteur van Tegel. Zijn lezing was getiteld ‘Gemarmerd. Een uitzonderlijke groep faience uit de zeventiende eeuw’ Deze gemarmerde faience wordt in de literatuur aan zowel Nederland, Duitsland als Frankrijk toegeschreven. Het onderzoek richtte zich op de herkomst van deze groep. Is het mogelijk om dit materiaal met meer zekerheid toe te schrijven? De auteur doet verslag van zijn onderzoek, hoe het is opgezet, wat de valkuilen waren en tot welk resultaat hij kwam.  


De laatste sessie betrof een vraaggesprek met twee direct betrokkenen: Het verhaal van Cor Unum. In het keramisch atelier Cor Unum in ‘s-Hertogenbosch wordt met veel passie en vakmanschap prachtige keramiek van gerenommeerde nationale en internationale ontwerpers vervaardigd. Bij Cor Unum (één van hart) ontwerpen en fabriceren zowel professionals als gedreven amateurs, maar ook mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, keramiek in alle mogelijke variaties. Cor Unum viert dit jaar haar zeventig-jarig bestaan. In een tweegesprek met verzamelaar Eddie Nijhof gaat directeur Charlotte Landsheer in op de historie en de huidige ontwikkeling van Cor Unum. Het complete verhaal leest u op deze website onder ‘Activiteiten’ – ‘Symposia/lezingen’


Expertise
Tussen de lezingen door vond de Expertise plaats. Deelnemers aan het symposium konden een meegebracht voorwerp van glas of keramiek laten beoordelen door een expert. Rob Driessen (zelfstandig taxateur, bekend van ‘Tussen Kunst en Kitsch’), Ger de Ree (Capriolus Contemporary Ceramics), Sebastiaan Ostkamp (senior archeoloog, onderzoeker van de materiële cultuur, en publicist) en Hélène Besançon (Conservator Nationaal Glasmuseum Leerdam) stonden klaar om de aangedragen schatten van deskundig commentaar te voorzien.


Het symposium werd mogelijk gemaakt door de bijdragen van: